Een laatste maand Noord-Australië samen met Annelies en Thijs

23 september 2018 - Townsville, Australië

G’day mate,

Jullie hebben er wat moeten op wachten maar hier nog een laatste verslag van de laatste maand in Australië. Gezien Annelies een grotere en betere schrijfster is dan ikzelf, wordt het dus nog een redelijk ruim verslag. Het was alvast een fantastische laatste maand waar we ons voor één keer 22 dagen lang verplaatsten met een gehuurde dieseldrinkende 4X4-auto… Veel leesgenot en geniet van de foto’s.

Annelies en Thijs zijn goed aangekomen na een lange vlucht (voor Thijs de 1ste keer in een vliegtuig!) in Darwin en we hadden 4 nachtjes in een basic maar leuk hotelletje voor we vertrokken op rondreis. Ik kende Darwin al van binnen en van buiten en het waren echte vakantiedagjes:  een dagje ‘uitrusten’, een dagje ‘zee’, een dagje ‘wave-pool’ en een dagje naar een klein natuurgebiedje. Rustige dagen voor mij, maar met de lange vlucht achter de rug en de hitte (ruim 30 graden Celsius – blijkbaar net als in België met de hittegolf) meer dan genoeg voor de nieuwkomertjes. En dan het serieuze werk...  Er was een kleine valse start wegens problemen met de Visakaart…  Na een telefoontje met een zeer behulpzame bankbediende uit België (met ons als 1ste klant, want we belden om 8u01; dus wij moesten wachten tot de late NM wegens het tijdsverschil om haar te kunnen bellen), zijn we dan toch nog gestart met onze 4x4 Landcruiser Toyota gevuld met voldoende water, gas, eten en … diesel.  Deze auto was omgebouwd tot een mini-camper, met 3 slaapplaatsen (2 boven, 1 beneden), dus we hadden sowieso steeds ons indoor-bed mee.  In de auto was ook een zitbank (die een bed werd ’s avonds), kastjes, een koelkast, een gootsteentje, een uitklapbaar kookfornuisje op gas,...  Kortom alles erop en eraan, en ‘luxe’ voor mij.  Wij dachten dat we nu eens in een ‘grote kampeerauto’ zouden reizen i.p.v. altijd in een klein tentje, maar algauw bleek dat de uitzet en het vervoer van de andere reizigers (voornamelijk Australiërs) ontzettend veel groter was dan de onze.  Zij hadden supergrote auto’s, campers, mobilhomes, met tenten op het dak, ernaast, … Maar we waren best tevreden met ‘onze’ auto! We verbleven de eerste nacht van vele op een camping en daar hebben we meteen al de eerste kangoeroes gespot. De volgende dag het Kakadu NP binnengereden waar we Aboriginal rotsschilderingen bezochten en enkele mooie heuveltoppen beklommen met mooie vergezichten. Thijs spotte zijn eerste zeldzamere diertje, een short-eared rock-wallabie. Dan volgde een minder leuke kampeerplek naast een moeras waar je niet buiten kon komen van de muggen. Na 20 muggen gedood te hebben in de auto ontdekte ik  dat er een stuk gaas van een raampje open gaapte… Met wat plakband konden we dit gelukkig herstellen. De volgende dag aten we een ontbijtje  bovenaan een lookout  en reden dan verder in de richting van de Jim-Jim Falls. Op weg daar naartoe hadden we al een eerste uitdaging met de 4x4. We passeerden enkele kleine waterovergangen en moesten op nauwe offroadpaden rijden. De Jim-Jim falls was nu zonder waterval, want het was droogseizoen (winter in Australië), maar we konden wel zwemmen in het kleurrijke en verfrissende water. Terug naar de hoofdweg en naar een kampeerzone zonder muggen, waar we sliepen in onze 3-persoonstent die Annelies had meegebracht. De volgende ochtend namen we eerst een kijkje bij Yellow Water waar Thijs ook als eerste een grotere krokodil heeft gespot… en dan verder richting Gunlom waar we nog zwommen in de poel beneden de waterval, de tweede zwempartij in de vrije natuur, sinds onze trip met de auto.  Zwemmen werd onze bijna dagelijkse activiteit. De volgende dag bovenaan de waterval geklommen, met mooie vergezichten  en ook daar gezwommen in een kleine avontuurlijke canyon. Bij het buitenrijden van het park en terug op de asfalt begaf de air compressor het en konden we dus geen lucht in de banden blazen (dit was echter steeds noodzakelijk als we van off road naar asfalt gingen, dus we hadden sowieso een nieuwe nodig). We zijn in het dorpje Pine Creek gebleven en pas de volgende dag en 100 km verder konden we in het stadje Katherine een nieuwe air compressor kopen, op kosten van de autoverhuurfirma. Die dag zijn we nog doorgereden naar Katherine Gorge NP naar een camping met een leuk zwembadje voor Thijs. De volgende dag gingen we naar Butterfly Gorge, we deden er een wandeling van 12 km waar we aan het keerpunt in de Katherine River hebben gezwommen en Thijs zijn eerste vis probeerde te vangen met een zelfgemaakt hengeltje… tevergeefs. In de late namiddag nog inkopen gaan doen en uiteindelijk zijn we niet verder geraakt dan Katherine-city. Ik was al twee dagen in Katherine geweest en de volgende ochtend konden we niet vertrekken zonder dat we een snelle duik namen in wat voor Annelies en Thijs hun eerste hotspring was. Water en dan nog zalig warm water (28 tot 32 graden), dus het was moeilijk om hen uit het water te krijgen…  We zijn nog net voor het donker geraakt tot aan de kampeerplaats Limestone Gorge van het onbekende wilde Gregory National Park, een eerste tocht ‘waar echt niet veel mensen komen’. We waren er inderdaad alleen en de laatste 8 km met o.a. een uitgedroogde rivierbedding was inderdaad ‘bumpy’ ofwel ‘holderdebolder’. We hoorden dingo’s en de melkweg was fantastisch om te zien (overal overigens). ’s Avonds voor het slapengaan kreeg Thijs het 1ste deeltje van zijn verjaardagscadeau (het 2de deel zou thuis volgen), een weekje te vroeg: een stappenteller die hij hier goed zou kunnen gebruiken.  De volgende morgen maakten we een kleine wandeling omgeven door veel te veel vliegen (het perfecte paradijs bestaat niet). Dan terug naar de ‘highway’ (= één baanvak in elke richting, waar er zo weinig tegenliggers zijn zodat je elkaar telkens met een handgebaar van aan het stuur begroet).  Het rijden met de auto nam ik telkens voor mijn rekening, het was ook links rijden met het stuur en aan de rechterkant.  Net voor de grens van West-Australië overnachtten we in het zeer leuke Keep River NP. De volgende ochtend maakten we samen met andere kampeerders een ochtendwandeling in het park, begeleid door een ‘ranger’ en net over de grens brachten we nog een bezoek aan Lake Argyle waarna we  opnieuw net op tijd of net te laat (’t is maar hoe je het bekijkt) aankwamen op een camping in Kununurra met een avondplons in het zwembadje.  We moesten bij deze ‘grensovergang’ van ‘The Northern Territories’ naar ‘Western Australia’ onze klok anderhalf uur verderzetten, waardoor het nu al om 17u30 donker werd i.pv. om 19u. De camping was gesitueerd naast een natuurpark en kangoeroes kwamen op bezoek tijdens de nacht. Kununurra was de laatste ‘grote’ stad voor de start van de 600 km lange niet-verharde Gibb-River-Road in de Kimberley’s. Onze eerste stopplaats was niet al te ver: El Questro, waar we na wat aarzelen de eerste echte diepe wateroversteek deden. De volgende dag naar een lookout die net iets verder weg was en de helling toch bangelijk steil te noemen was maar met de 4x4 was het gelukkig toch geen probleem om overal door en op te geraken. Dan nog een leuke kloof met ‘graad 4’-klimwerk om er te geraken en dus een aarzelende Annelies... De beloning was een zeer koude poel met mooie waterval, dus deze keer een kort zwempartijtje. Terug naar de auto en vervolgens nog naar alweer een hotspring en jawel, veel verder zijn we die dag uiteindelijk niet geraakt, het water daar was véél te aangenaam... Na een tijdje in het donker gereden te hebben, dan toch wijselijk gestopt en aan de kant van de weg overnacht ter hoogte van een klein weggetje. De volgende dag werd het opnieuw een lange rit tot aan Bell Gorge NP waar we net voor de avondschemering aankwamen.  De grote weidsheid van het land valt echt op als je het zo met de auto doorkruist.  Er zijn enorme vergezichten voor, links, rechts en achter jou.  Terwijl je rijdt, verandert het landschap gestaag. De volgende ochtend wandelden we tot in de kloof van Bell Gorge, echt prachtig met een heuse waterval en na even twijfelen toch iedereen het water in: zalig. Nadien zijn we doorgereden naar Fitzroy Crossing, na nog een korte stop met een wandeling door de grot van het Tunnel Creek NP. De volgende ochtend richting Geiki Gorge NP, een (te) warme wandeling langs onder meer een uitgedroogde rivierbedding maar wel met zoetwaterkrokodillen, en dit op Thijs zijn 9de verjaardag! Die dag zijn we nog doorgereden richting Wolf Creek Meteorite Crater NP, maar dit was een niet te onderschatten 100 km lange afslag en dus moesten we nog eens overnachten naast de weg.  We vierden in de auto Thijs zijn verjaardag nog een beetje met chips, spaghetti en een cakeje met 9 kaarsjes op.  De spaghetti had ik klaargemaakt, ook dit had ik me voorgenomen: ik zou onderweg in de mate van het mogelijke altijd koken voor Annelies en Thijs.  Het werd voor Thijs een verjaardag om nooit te vergeten, aan de andere kant van de wereld! De struiken en boompjes waar we de avond voordien dachten achter verscholen te staan, bleken de volgende ochtend toch niet zo dicht begroeid te zijn, waardoor we eigenlijk heel zichtbaar naast de weg stonden... Dan nog een zware rit tot aan de krater, zeker de laatste 10 km waren een test voor de bumpers. Maar het was een speciaal gebied zo grenzend aan de woestijn en dan die krater ontstaan door een meteorietinslag (de tweede grootste van de wereld). Daarna terug naar de ‘highway’, we zijn nog doorgereden tot gereserveerde camping in het Bungle Bungle NP (= ‘Purnululu’). We hadden meer dan 2 uur nodig voor 50 km off-road met veel bochtwerk en dit in het donker... Omdat het zo vroeg donker was, hebben we toch enkele keren in het donker gereden, iets wat ik liever niet had gewild. Maar we hadden immers een druk gevuld programma, omdat we op deze 4 weken toch zo veel mogelijk wilden zien. Omdat we toch bijna steeds alleen op de weg reden, konden we de snelheid wel sterk beperken om zo alvast geen kangoeroes aan te rijden, maar het was toch steeds zeer goed uitkijken. Het was zeker niet leuk om dagelijks de veel doodgereden kangoeroes langs of op de weg te zien liggen. Enkel voor de vele roofvogels was dit een positief verhaal: gratis feestmaal. In Bungle-Bungle zouden we twee nachten slapen en dus nog eens tijd om te slapen in onze tent. De eerste dag in het park naar de wereldberoemde gestreepte zandstenen heuvels doorsneden met zeer mooie kloven met prachtige kleuren en zonlichtinval. Die avond een ‘bush-shower’: een door de zon opgewarmde zwarte plastic zak gevuld met water, en daaraan een klein plastic kraantje met mini-sproeiertje. De zak hang je aan een tak en douchen maar! De tweede dag wandelden we nog naar de Echidna-kloof, adembenemend mooi. Het is moeilijk voor te stellen hoe de Kimberleys volledig onder water komen te staan in het regenseizoen (de zomer in Australië) en dat die kloven dan gevuld worden met kolkend water. We verlieten het park opnieuw via hetzelfde traject, deze keer bij daglicht, we reden twee en een half uur off road tot aan de highway en reden dan nog door tot Kununurra waar we verbleven in dezelfde camping van de heenreis. De volgende dag opnieuw een lange rit, maar dan toch gestopt in Victoria River nadat we de zon hebben zien ondergaan in de heuvels. De volgende dag reden we tot iets voorbij Katherine naar het Tjuwaliyn natuurpark met een zeer leuke Douglas Hot spring. Dus die avond nog een warm ‘bad’, zonder zeep J. De volgende ochtend een ‘ochtendbad’ in de hotspring en dan op zoek naar de plekken die  echt te heet waren om in te liggen en ook de zone waar het koude rivierwater het hete bronwater ontmoette: met onze romp in warme water en onze voeten in het koude rivierwater of omgekeerd... Dan nog een kleine wandeling naar de kleine Butterfly gorge waarna we vertrokken naar het laatste park Litchfield NP. We reden het park binnen via de zuidelijke toegang (enkel mogelijk met 4x4), en passeerden enkele waterovergangen, veel kangoeroes en prachtige kleuren. De volgende ochtend bezochten we onze laatste waterval, deze was ook prachtig om onze 4x4-trip af te sluiten met een frisse ochtendzwembeurt. Daarna nog even passeren bij enkele bezienswaardigheden: de mooie Tolmerwaterval, Tabletop swamp (met blitsstop wegens tijdsgebrek, maar vooral wegens de dazen…) en termietenheuvels.  Toen stonden we uiteraard achter op het tijdsschema: we hadden nog 1,5 uur om de auto te kuisen van buiten en van binnen… We hebben ons nog goed geamuseerd in de carwash, maar zo proper als we hem afhaalden was de auto echter niet… Toen we aankwamen in het autoverhuurkantoor wachtten minder fortuinlijke huurders ons op want één van hun wagens was stuk en ze zouden direct ‘onze’ auto gebruiken om hun reis verder te zetten. Een zeer snelle wissel dus waarbij niet echt werd gekeken naar het dak dat we totaal niet kuisten, want we konden er niet aan J. Vermoeid en voldaan gingen we naar ons hotel voor de laatste twee nachtjes.  Onze voorlaatste dag bezochten we Darwin en de plantentuin.  Daar zagen Annelies en Thijs dan toch nog net aan het einde van de reis hun eerste slang in het wild, deze was net een kikker aan het verorberen... ’s Avonds was er ook nog het gezellige en feeërieke Darwinfestival, een kleine compensatie voor mijn gemiste Gentse Feesten en Paulusfeesten. De volgende dag gingen we naar de zoo, als verjaardaguitstap voor Thijs. De zoo was een beetje uitgeleefd, maar wel tof. Dan nog een laatste nacht in een backpackerverblijf zodat ik ook in schoonheid kon afronden...
Het was opnieuw een reis met zeer veel natuur. Ook tijdens de maand die ik samen met Annelies en Thijs beleefde zagen we vooral natuur. Enkel in de kleinere steden kwamen we de oorspronkelijke bewoners van Australië tegen: de Aboriginals.  Deze mensen hielden zich afzijdig van de toeristen. Het ‘aboriginalverhaal’ is iets waar de Australiërs nog steeds mee worstelen. Net zoals in Zuid-Afrika voel je nog de totaal gescheiden werelden van blank en niet-blank. Naar ons gevoel kwamen de Aboriginals meer gesloten over dan de Afrikanen die we 10 jaar geleden ontmoetten tijdens onze Afrikareis. Maori’s in Nieuw-Zeeland, Aboriginals in Australië en de zwarte bevolking in Zuid-Afrika, allemaal volkeren die de blanke overheersers in het verleden over zich hebben gehad, ook dit blijft een complex verhaal.
De laatste dag gingen samen het vliegtuig op voor een vlucht van 17 uur (we waren echter meer dan 24 uur onderweg, met de 2 overstappen erin gerekend). Dit betekende voor mij na 7 maanden met de voeten terug op Belgische bodem. Annelies en Thijs kwamen na 1 maand terug van een vermoeiende maar unieke kennismaking met een stukje van het grote Australië.

Goodby mate…

Foto’s

1 Reactie

  1. Geert en kathleen:
    24 september 2018
    amai - super ervaring - mooie foto's .
    voor reisverhaal moet ik nog tijd maken.
    Kathleen (jawel van Geert :-) )